Dikke tranen om FC Oss: een troost
Het was anderhalve week terug pikkedonker, de nacht was al geruisloos overgegaan in de volgende dag, toen in het zuiden van Oss de tribuneverlichting van het Heesen Yachts stadion plotseling aanfloepte.
Niet veel later haalde iemand in de catacomben een hendel over en begonnen ook de eerste lampen van de lichtmasten te gloeien. Het was half één 's nachts, de rest van Oss verkeerde allang in een diepe rust, toen in Vak C de eerste supporters begonnen te zingen.
Eerst wat schuchter, alsof ze zich zelf ook realiseerden dat het best vreemd is om midden in de nacht een veld zonder spelers toe te juichen, maar al snel iets harder en uiteindelijk zelfs uit volle borst. Een paar uur eerder was FC Oss officieel gedegradeerd. In het verder lege stadion werd nu spontaan aan collectieve rouwverwerking gedaan.
Eén van de mensen die daar tot diep in de nacht hun kelen schor zongen was Christian van Lieshout, een 26-jarige ambtenaar van de gemeente Oss. Hij was die ochtend met lood in zijn schoenen in één van de drie supportersbussen richting Maastricht gestapt. Daar stond de allesbeslissende wedstrijd tegen MVV op het programma.
Een erg gezellig ritje was het niet geworden. Aan boord hing een sfeer alsof de eindbestemming de Goelag was, in plaats van De Geusselt. Dat de mini-colonne al op de randweg van Eindhoven in een file terecht kwam, maakte de stemming er ook niet beter op.
De aftrap was allang genomen, toen de bussen uit Oss zich eindelijk bij de stadionpoort meldden. Gelukkig had een vriend van Christian hem per sms op de hoogte gehouden van de tussenstand. Jammer was alleen wel dat hij zich daarbij vergiste.
Toen de gemeentelijk ambtenaar de tribune beklom en naar het scorebord keek, zag hij dat zijn ploeg niet met 0-1 vóórstond maar juist met 1-0 achter. Dat was de eerste grote teleurstelling.
Er zouden er die avond nog veel volgen.
Christian had van de zenuwen al twee nachten niet geslapen. Met zijn laatste krachten zag hij hoe zijn elftal voor de laatste keer werd opgerold. Het werd uiteindelijk 5-1. Na het laatste fluitsignaal zakten de spelers van FC Oss als lappenpoppen in elkaar.
Op de tribune achter het doel voelde Christian zich niet veel beter. Dikke tranen druppelden op het Maastrichtse beton.
Zondagavond belde ik Christian om te horen hoe het met hem ging. Toen hij opnam, fluisterde hij zijn naam. Hij had nog steeds geen oog dichtgedaan. 'Ik ben kapot', zei hij. Zijn stem klonk inmiddels als een roestige tuinschaar.
Morgen moest hij weer gaan werken. Hij verheugde zich er niet op. 'Mensen proberen je op te peppen. "Het is maar een spelletje", zeggen ze dan.' Even viel er een stilte. 'Onzin natuurlijk', zei hij toen, 'het is mijn leven.' Als je goed luisterde, kon je hem aan de andere kant van de lijn horen slikken.
Ik voelde met Christian mee. Maar toch: in een week die werd gedomineerd door hooligans en andere krankzinnigen, waren zijn tranen op de één of andere manier ook een troost. Zolang er nog mensen oprecht kunnen huilen om het lot van FC Oss, is nog niet alles verloren.
Michel van Egmond