In naam van Oranje: de verloren jaren van 'hunk' Afellay
Erik Oudshoorn volgt het Nederlands elftal sinds 1981 op de voet. Hij was tussen het EK van 1988 en het WK 2010 present op alle eindtoernooien. Om de week schrijft hij in aanloop naar het WK in Brazilië een column over Oranje op de website van Voetbal International.
'PSV heeft één heel groot talent', zei Bert van Marwijk een keer toen hij nog bondscoach was. 'Ola Toivonen zeker', grapte ik. Maar de huidige trainer van HSV doelde op Ibrahim Afellay. Dat was absoluut zijn oogappel. En dat zou vorig jaar ook blijken tijdens het Europees kampioenschap toen hij van de geboren Utrechter wonderen verwachtte na een zware knieblessure die hem zeven maanden aan de kant hield. Ibi mocht zich uitleven op de plek waar Van Marwijk als speler het gras opvrat: de linksbuitenpositie. Het werd voor beiden een fiasco.
In de bespiegelingen over de samenstelling van het Nederlands elftal dat volgend jaar in Brazilië onder leiding van goeroe Louis van Gaal de wereld moet veroveren, komt de naam van Afellay niet voor. De vleugelbezetting staat voor velen vast: op links Jeremain Lens, op rechts Arjen Robben. Hopelijk is de laatste fit voor de aanvang van het mondiale toernooi, want magiër Dick van Toorn is niet meer onder ons.
Afellay wordt volgend jaar 28 en verkeert dan in de kracht van zijn leven. Normaal gesproken zou het supertalent van weleer volgend jaar de motor van Oranje moeten zijn. Al mag het wel wat minder solistisch aan de bal. Hij kan niettemin achter de spitsen spelen, op rechts op de flank en op links. Trainer Fred Rutten misbruikte hem bij PSV ook nog als verdedigende middenvelder. Hij heeft een ziedend, laag gedrukt schot in de benen waar geen keeper raad mee weet.
In de interlands tegen Mexico (oefenduel ter voorbereiding op het WK 2010) in de stromende regen van Freiburg en enkele maanden later tijdens de EK-kwalificatie tegen Zweden, verzorgde hij fantastische optredens. Maar Afellay vertoeft nog steeds in de lappenmand omdat hij herstelt van een spieroperatie. De verwachting is dat hij pas na de winterstop terugkeert op de velden.
Maar zelfs als Afellay op tijd in vorm raakt, moeten zijn kansen op speeltijd bij zijn huidige werkgever Barcelona bijzonder klein worden geacht. Concurreren met spelers als Iniesta, Xavi, Fàbregas of Neymar is vechten tegen de bierkaai. Ibi heeft rugnummer negentien en dat mag hij in het keurkorps al als laag beschouwen. Wellicht kan hij zich in de winterstop laten verhuren. Dat zou hem iets dichter bij Oranje kunnen brengen. Maar welke club huurt een speler die zo lang uit de roulatie is geweest? Ook zijn uitstapje naar Schalke 04 was door blessures geen succes.
Wie op internet de naam van Afellay zoekt, wordt geconfronteerd met een stortvloed aan resultaten. Of hij een wereldster is die de populariteit van Lionel Messi doet verbleken. De speler met de Marokkaanse roots wordt gezien als een 'lekkere voetbalhunk' en kan volgens velen qua uiterlijk wedijveren met Cristiano Ronaldo. Zijn babyface wordt als opwindend ervaren, evenals zijn sixpack. Ik zie dat er niet aan af, maar dat zal aan mij liggen.
De superster, die tot 2015 naar verluidt vier miljoen euro per jaar incasseert in Barcelona, doet er weinig aan om zijn aanbidders aan hun trekken te laten komen. Dat maakt zijn populariteit juist intrigerend. Een filmpje van Barça tv leverde na uitputtend knipwerk 1 minuut en 20 seconden bruikbare antwoorden op. Met als highlight dat hij het spelen bij de Catalanen 'very special' vindt en dat hij eigenlijk een beetje verlegen is. Maar als je hem beter kent wordt hij een stuk spraakzamer, zegt hij. Een interview met een kledingsponsor voor het EK had net zo goed niet gemaakt hoeven worden.
Afellay had als rolmodel wat kunnen doen aan het imagoprobleem van Marokkanen in Nederland. Dat is kennelijk nooit in hem opgekomen. Hij kan een voorbeeld nemen aan Yassin Ayoub, nu al een publiekslieveling bij FC Utrecht. In Barcelona is een Marokkaans theehuis voor hem ingericht, maar dat heeft hij nooit bezocht. Met een betere pr vertoefde hij nu niet in anonimiteit. Op een fatsoenlijke wijze de media te woord staan, is echter nooit zijn hobby geweest. Nu hoeft niet iedere voetballer zich te presenteren als Ronald de Boer, maar het hoort bij het vak. Je bent toch een publiek bezit.
In Zuid-Afrika maakte ik van dicht bij mee hoe onprofessioneel Afellay zich kan gedragen. Een collega van NRC Handelsblad had een vraaggesprek met hem aangevraagd tijdens de interviewsessies in een hotel in Johannesburg. Ongeïnteresseerd ging Ibi tegenover hem zitten. Hij hield zijn winterjas hooggesloten en zijn koptelefoon op zijn hoofd. Dit was voor hem echt corvee. Op ongeveer 35 vragen die op hem werden afgevuurd gaf hij zelden een antwoord dat langer was dan twee zinnen.
Politiek interesseerde hem niet. Dat bleek eerder al toen hij aan een verslaggever van RTL vroeg wie Geert Wilders eigenlijk was. Dat hij misschien in Zuid-Afrika wat dichter bij Marokko stond hield hem ook al niet bezig. Mijn collega tikte het bandje met twintig minuten ja’s en nee’s uit en zette alle korte antwoorden onder elkaar. Maar de redactie in Nederland besloot het artikel niet te plaatsen omdat het te beledigend was voor Afellay.
Het is niet te hopen dat Ibi ooit in een WK-finale komt te staan en dan, zoals Rob Rensenbrink in 1978, Oranje de wereldtitel kan bezorgen, maar van dicht bij op de paal schiet. Zijn hele leven moet de voormalige slangenmens in elk interview geduldig uitleggen dat hij maar ternauwernood bij de bal kon en hem dus ook niet goed kon raken. Nou ja, laat Afellay eerst maar eens fit worden. Wellicht keert hij na twee verloren jaren als een ander mens terug.