In naam van Oranje: speciale ontmoetingen met Hongarije
Erik Oudshoorn volgt het Nederlands elftal sinds 1981 op de voet. Hij was tussen het EK van 1988 en het WK 2010 present op alle eindtoernooien. Om de week schrijft hij in aanloop naar het WK in Brazilië een column over Oranje op de website van Voetbal International.
Dankzij Rooie Paul zijn er twijfels gerezen over de gang van zaken bij Nederland-Hongarije. Vanuit zijn cel verkondigt ons vleesgeworden symbool van matchfixing dat de wedstrijd wel eens gemanipuleerd zou kunnen zijn. De uitslag was inderdaad verbijsterend, maar dat gold voor vijf eerdere doelpuntrijke duels tussen beide landen ook.
In Boedapest won Oranje al eerder in deze kwalificatie met 4-1 en de uitzwaaiwedstrijd voor het WK van 2010 eindigde in de Arena in 6-1. In 2011 scoorde Oranje voor de EK-deelname binnen een week negen keer tegen De Magyaren, die zelf driemaal doel troffen: 0-4 en 5-3. En in 1994 eindigde een oefenduel voor het WK in de VS in 7-1 voor het Nederlands elftal van Dick Advocaat.
De kans was dus reëel dat er 11 oktober weer een grote uitslag op het scorebord zou verschijnen en daarvoor hoefden echt geen spelers worden omgekocht. Er zijn altijd wel een paar momenten die als verdacht aangemerkt kunnen worden.
Bij het eerste doelpunt van Robin van Persie gaat doelman Adam Bogdan met twee armen naar de kruising, waardoor hij zich niet lang kan maken. Het valt op dat Oranjes nieuwe topscorer aller tijden veel vrijheid krijgt, maar is het niet zijn kwaliteit dat hij perfect anticipeert op ballen van de flanken? De eigen treffer van Szilárd Devecseri is voor omkoping te doorzichtig. De Hongaren, die nog kans maakten op de play-offs, waren door het hoge tempo van Oranje de wanhoop nabij. Ook de vrije trappen van Rafael van der Vaart en Arjen Robben kunnen nooit zijn geënsceneerd.
Rooie Paul is achter de tralies al jaren Nederlands enige 'hoop' op een serieuze connectie met het matchfixing-syndicaat. Maar zijn geloofwaardigheid komt nu een beetje in het geding omdat er volgens de speurneuzen van de wereldbond FIFA helemaal niet extreem op deze wedstrijd zou zijn gewed.
Aan de andere kant hebben de ontmoetingen tussen Nederland en Hongarije wél een vermeend omkoopverleden. In mei 1985, enkele dagen voor de WK-kwalificatie-interland tussen Hongarije en Nederland meldt zich een onbekende man bij FC Volendam voor Leo Beenhakker. De Rotterdammer is op dat moment trainer van de club in het vissersdorp, maar vervangt ook tijdelijk bondscoach Rinus Michels die herstelt van een hartoperatie.
Beenhakker vertrouwt de bezoeker niet en laat zijn trouwe assistent Bobby Haarms achter de gordijnen meeluisteren. De man zegt in gebrekkig Duits dat er wel wat te regelen valt voor de komende interland. De Hongaren hebben op dat moment een sterk elftal en zijn al geplaatst voor het WK in Mexico. Beenhakker reageert meteen afwijzend. 'Gozer, ga lekker buiten je hond uitlaten. Het is mooi weer', adviseert hij.
Op 14 mei wordt Hongarije in het vervallen, maar befaamde Nep Stadion van Boedapest met 0-1 verslagen door het Nederlands elftal dankzij een fenomenaal doelpunt van Rob de Wit. Een solo, waarbij Hongaarse verdedigers één voor één op het verkeerde been worden gezet, rondt hij af met een fraaie stift over de keeper.
Rinus Israël zou later zijn vraagtekens zetten bij de bewegingen van de Oost-Europeanen, maar Beenhakker is er 28 jaar na dato nog steeds van overtuigd dat de sierlijke linksbuiten van Ajax absoluut geen vrije doortocht kreeg. Hij wijst op de reddingen die doelman Hans van Breukelen in dat duel moest verrichten en doet de suggestie dat er sprake is geweest van omkoping af als een 'broodje aapverhaal'. Dankzij de zege zou Oranje zich overigens plaatsen voor de play-offs waarin het werd uitgeschakeld door België.
Anderhalf jaar later speelt het Nederlands elftal toevallig weer in Boedapest, maar dan voor het Europees kampioenschap in West-Duitsland. In de Amsterdamse horeca heeft Trouw-journalist Matty Verkamman opgevangen dat er een jaar eerder hoge bedragen zijn ingezet op een 0-1 overwinning voor Oranje. Voorafgaand aan de naderende interland interviewt Verkamman in Boedapest Antal Vegh, auteur van het boek Gyögyïtgalan (ongeneeslijk ziek) dat handelt over corruptie in het Hongaarse voetbal.
Vegh onthult met behulp van een tolk dat er een jaar eerder vier spelers van Hongarije zijn omgekocht. Het geld zou via Emil Österreicher, een gevluchte Hongaar die later manager wordt bij Real Madrid, Torino, Valencia en Schalke 04, bij de spelers terecht zijn gekomen. Hij is een vriend van Hans Kattenburg, de kleine zakenman achter het Scheveningse Holland Sport, die vaak met Oranje meevliegt.
Ondertussen ben ik met een aantal collega’s in Boedapest per ongeluk in een stripteasetent beland. Een bruine kroeg voor een afzakkertje is in het toenmalige Oostblok ver te zoeken. Na een half uur hebben we het wel gezien en we besluiten te vertrekken.
Aan de deur word ik aangehouden door een klerenkast van een portier. Of ik even wil wachten, zegt hij streng, een van de dames wil me spreken. Na een kwartier komt er een meisje naar buiten met peper en zoutkleurig haar. In half Duits, half Engels vraagt ze of ik de volgende avond naar haar huis wil komen. Ze geeft me een briefje met haar adres voor de taxichauffeur.
Aangezien ik de volgende avond toch niets heb te doen, besluit ik het erop te wagen. De taxi stopt bij een typische, grauwe Oostblokflat. Ik bel aan en wat blijkt? Ze woont nog bij haar ouders! Moeders heeft dampende koffie klaar en daarna komt er een keurige Hongaarse rode wijn op de salontafel. In half Duits, half Engels praten we over de inval van de Sovjets in 1956, het kapitalisme, en het leven in Oost-Europa. Een onverwacht boeiende avond.
Terug naar Vegh. Hij wordt in januari 1987 veroordeeld tot een boete omdat hij zijn beschuldigingen in het Dagblad Trouw niet kan hardmaken. In 1992 spreekt Verkamman enkele Hongaarse journalisten die beweren dat het allemaal klopt wat Vegh heeft verkondigd. Maar ze durfden het voor de val van de Muur niet op te schrijven. Kortom, het blijft ook hier bij geruchten.