In naam van Oranje: iets nieuws doen in schimmige wereld
Erik Oudshoorn volgt het Nederlands elftal sinds 1981 op de voet. Hij was tussen het EK van 1988 en het WK 2010 present op alle eindtoernooien. Om de week schrijft hij in aanloop naar het WK in Brazilië een column over Oranje op de website van Voetbal International.
De laatste keer dat iemand zei dat hij iets nieuws ging doen, leverde dat het grootste debacle op in de Nederlandse tv-geschiedenis. De woorden kwamen toen uit de mond van betaaldvoetbal-voorzitter Jos Staatsen, die in 1996 zijn tijd té ver vooruit was met de lancering van Sport7. De KNVB sleepte respectabele multinationals mee in een Titanic-ondergang.
Vorige week meldde misdaadverslaggever Peter R. de Vries dat het tijd is om iets nieuws te doen. Hij begeeft zich in de schimmige wereld van de voetbalmakelaars. Niet om als journalist misstanden te signaleren, maar om geld te verdienen. Dat doet hij met zijn zoon Royce en Ajax-icoon Piet Keizer. Welkom in de jungle.
Het ‘edele’ gilde van makelaars heeft er een geduchte concurrent bij. Niet zozeer omdat van De Vries verwacht kan worden dat hij in de kortste tijd de gevestigde orde naar de kroon steekt, wel omdat hij hopelijk de beerput openrukt als hij merkt dat zijn concurrenten er onoorbare praktijken op nahouden. Dat zou smullen worden. Hij is dan ook al in de armen gesloten door de belangenvereniging Pro Agent. De Raiola’s van deze wereld zijn hun leven niet meer zeker.
Of zal De Vries, zoals zovelen, de vuile was niet willen buiten hangen? De makelaarswereld in het profvoetbal is zo gesloten als een oester. Nooit hoor je wat over zakkenvullers, terwijl er in Nederland alleen al volgens FIFPro-secretaris Theo van Seggelen twintig tot dertig miljoen euro per jaar in portemonnees van de spelersagenten verdwijnt. De onderlinge haat is ziekelijk. Maar iedere zaakwaarnemer klampt zich stevig vast aan een omerta. Niemand durft naar buiten te treden over buitensporige praktijken want dan gaat je nekkie eraf, zoals ze dat in de makelaarsbakermat Den Haag zeggen. Dan ben je persona non grata.
De Vries heeft aangekondigd geen jeugdspelers te ronselen. Laat staan dat hij ze wil lokken door ouders een auto of een nieuwe keuken in het vooruitzicht te stellen. Ze moeten zichzelf aanmelden.
De clubs durven de (malafide of niet-gelicenseerde) makelaars niet te negeren omdat zij door gebrek aan kennis van ze afhankelijk zijn. Enerzijds om een overbodige speler te verkopen, anderzijds omdat ze een gewilde voetballer kunnen binnenloodsen. Maar de invloed van de zaakwaarnemers kan zelfs doordringen tot het Nederlands elftal.
Dat gebeurde bijvoorbeeld in 1994. Tijdens de voorbereiding in Canada op het WK in de Verenigde Staten coördineerde Rob Jansen vanuit Nederland een persboycot die vooral Voetbal International trof. Uiteindelijk werd het conflict zoals altijd in der minne geschikt.
Nog steeds is Jansen een van de grote spelers in de wereld van voetbalmakelaars. De Hagenaar kwam via zijn vader Karel bij de spelersvakbond VVCS in dienst. Daar worden profvoetballers in principe bij binnenlandse transfers tegen lidmaatschapsgeld begeleid. Maar ondanks een vorstelijk salaris ging Jansen steeds commerciëler te werk. Dat werd destijds in vakbondskringen als not done beschouwd.
In 1995 moest Jansen zich met zijn eigen sportmanagementbureau (Sport-Promotion) onder druk losmaken van de VVCS. Het gevolg was dat een groot aantal internationals van de vakbond in zijn kielzog volgde waardoor hij meteen een vliegende start maakte. Spelers als Dennis Bergkamp, Danny Blind, Wim Jonk, Jan Wouters, Bryan Roy en Edwin van der Sar bezorgden hem miljoenen. Het waren derhalve vooral Ajacieden, soms ook concurrenten van elkaar. Jansen deed niet alleen de contractbesprekingen met de clubs maar onderhandelde ook over hun commerciële activiteiten, tot Oranje toe. Hij schoof ook aan als de premies ter sprake kwamen.
Ondertussen werd de verstandhouding tussen Van Seggelen, toen voorzitter van de VVCS, en Jansen steeds grimmiger. Jansen wilde graag in de voetsporen van zijn vader treden, maar de spelersvakbond bleef buiten zijn invloedsfeer. Wel richtte hij Pro Agent op en is hij voorzitter van de Europese EFAA. Het vermogen van Jansen wordt door Van Seggelen geschat op minimaal twintig miljoen euro, maar hij behoort niet tot de groep malafide makelaars.
Jansen was ook de zaakwaarnemer van Bert van Marwijk als bondscoach, terwijl hij natuurlijk tevens internationals begeleidde. Waarschijnlijk is hij juist in staat dat goed te scheiden, want er kwamen nooit conflicterende belangen naar buiten.
Terug naar de misdaadverslaggever. Want één persoon bleef nog onbesproken: Piet Keizer. De meester van de schaarbeweging. In de jaren zestig was je in Amsterdam voor Johan Cruijff of de linksbuiten. Ik vond aanvankelijk dat Cruijff vooral veel deed op snelheid en souplesse, terwijl Keizer met onnavolgbare bewegingen uit stand een tegenstander kon passeren. Later werd Cruijff natuurlijk een meer dan complete wereldvoetballer.
Op z’n zeventigste stapt mijn idool van vroeger nu nog in de makelaardij. De levende legende, die zijn eigen mystiek creëerde door zeer selectief in de publiciteit te treden, staat erom bekend dat hij een bijzonder oog heeft voor talent. Met voormalig Ajax-directeur Maarten Fontein had Keizer een bijzondere band. De twee gingen zelfs met elkaar op vakantie. Ze slaagden erin om Johan Cruijff weer warm te maken voor Ajax. Maar de fluwelen revolutie heeft hen ingehaald. En nu is hun relatie sterk bekoeld.
De eigenzinnige Keizer heeft nooit het grote geld verdiend omdat hij altijd vasthield aan zijn principes. Zo laat hij het Cruijff ook rustig weten wanneer hij het niet met hem eens is. En dan lig je er bij Ajax al snel uit. Ik zou het Piet wel gunnen als hij op zijn oude dag nog een paar van die miljoenen voor de neus van al die zogenaamde zaakwaarnemers wegkaapt.
Reageren? Mailen kan naar oudshoorn@vi.nl
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login